Allemaal hebben we minstens één ding gemeen. We hebben ooit onderwijs genoten. En ook u bent daarbij vast weleens de klas uitgestuurd. Na een waarschuwing volgt de confrontatie met gemarkeerde grenzen. Dat hoort bij ‘opvoeding’ en ‘leerproces’. Dit zal u tegenwoordig niet snel meer overkomen. Of toch?
Als het aan het ministerie voor ‘Rechtsbescherming’ ligt, is die grens bereikt. U gaat voor altijd uit de aandeelhoudersvergadering. De regie wordt definitief overgedragen aan bestuurders en commissarissen. U mag hen enkel nog online ter verantwoording roepen. Zij bepalen wie het woord krijgt, de vragen die gesteld worden en wat u van de vergadering te zien en te horen krijgt. Daarmee komt een abrupt einde aan de aandeelhoudersvergadering als bron van informatie, reflectie en overleg.
Onder regie van een aantal geslepen advocaten is dit plan opgepakt en voorbereid. Met als uitkomst een verbod op fysieke deelname, tenzij hier heel specifiek per vennootschap een statutaire mouw aan wordt gepast. Dit onder het mom van modernisering, meer aandacht voor duurzaamheid en vermindering van administratieve lasten. Maar met modernisering heeft het natuurlijk niets te maken. Het grijpt direct in op democratische principes en cruciale waarborgen voor effectieve corporate governance. De eenmalige rit (vaak met het ov) voor aandeelhouders die actief wensen te participeren, staat in geen verhouding tot het totaal aantal reisbewegingen van de onderneming. En de kosten van uw kopje koffie en broodje bij de lunch vallen heus goed te dragen.
De opbrengsten worden voor het gemak geheel genegeerd in het voorstel. Hoe vaak wordt een bestuurder of commissaris binnen het eigen bedrijf nog kritisch bevraagd? In de verplichte verantwoording en het fysieke treffen zit een essentiële zuiverende werking. Er ontstaat onderling begrip en draagvlak, het maakt ondernemingen beter, draagt bij aan een aantrekkelijk investeringsklimaat en door het stellen van de juiste vragen worden deconfitures en malversaties voorkomen. Bij slechte prestaties wordt ingegrepen en bij goede klinkt applaus.
Valse argumenten
Helemaal dol wordt het wanneer het ministerie stelt dat de onlinevergadering in covid-tijd heeft bewezen goed te functioneren en een waardevolle aanvulling betrof. Met de pandemie in ons midden was er simpelweg geen alternatief. In de praktijk bleek het een drama, door gebrek aan interactie en de afwezigheid van mogelijkheden om vragen te stellen. De kers op de argumentatie is “dat er een breed gedragen wens bestaat voor aanpassing van de verplicht fysieke vergadering vanuit de stakeholders”. Die steun kwam enkel vanuit de ondernemingsleiding en hun juridisch adviseurs. De geruststellende deken over dit voorstel kent een patroon van valse argumenten.
We missen de vergaderingen waarin we altijd veel van onze leden zien en horen. De mogelijkheid tot een hybride vergadering is een perfect compromis, waarbij u ervoor kunt kiezen fysiek of online deel te nemen. Als we nu niet assertief zijn, is afschaffing van de fysieke bijeenkomst een feit en staan we voor altijd in de kou. Ik roep u dan ook graag op om – net als wij (veb.net/vebreactie) – op de consultatie te reageren. Dat kan tot 6 februari 2023 via veb.net/digiava.
We zijn zeker nog niet te laat dit snode plan ten goede te keren. Zoals de docent, die de student die te laat de volle collegezaal binnenkwam verwelkomde met: “Als u het niet erg vindt, we zijn alvast begonnen”. En als antwoord kreeg: “Dat zie ik voor deze keer door de vingers, maar laat het niet nog een keer gebeuren”.
Gerben Everts is directeur van de VEB